VWO 4

Karel ende Elegast

Aantekeningen van Karel ende Elegast

LET OP! deze aantekeningen zijn informeel geschreven. 

Boekstip - groen

Het begint met LUISTER omdat mensen moesten luisteren omdat ze niet konden lezen en omdat de verhalen werden verteld en niet gelezen.

 

Mensen geloofden heel erg in god maar Karel niet OEEEEEEEEEEE. God staat centraal.

 

Karel moest stelen van een engel maar dat wou hij niet doen maar toen zei de engel het drie keer en drie is heilig. Engel is boos. Opdracht van God. Karel wilde niet tegen god in gaan maar hij wou toch ook niet stelen maar toen uiteindelijk wel.

 

Stelen of god niet aanbidden. Dan koos hij toch voor stelen.

 

Hij zegt: god je moet me wel bijstaan. Hij vond het een schande dat hij moest stelen. Als mensen hem zouden zien.

 

Hij kon gaan waar hij maar wilde omdat hij de koning was. Hij liep naar paard en was helemaal blij.

 

Hij fanboyt over God. Hele wikipedia pagina uit zijn hoofd geleerd.

 

Hij begint respect te krijgen voor boeven en belooft dat hij mensen niet meer ging doden als ze iets hebben gestolen en ook niet meer land afpakken.

SPIJT, SPIJT, HUIL, HUIL

 

Het boek leert om hoofsheid te hebben.

 

 Elegast is badass. Zijn land is afgepakt door Karel. Hij is listig. Hij moet stelen om rond te komen. Hij steelt niet van arme mensen.

 

Karel hoopt Elegast tegen te komen. Helemaal FANBOY alweer.

Karel dacht dat de persoon op het paard de duivel was omdat hij helemaal zwart was.

Hij sloeg alweer een kruis en hij was bang. De zwarte ridder dacht: deze man hier is verdwaald. Het is helemaal geen arme man. Hij is zo sterk en mooi.

 

Omdat hij hem negeerde wou de ridder hem graag leren kennen. Was een beetje boos. Duivel wilde weten wie zijn vader was. Maar koning wilde niet al zijn vragen beantwoorden want het waren er heel erg veel. Ze gingen vechten.

 

GEEN KAREL ROMAN WANT HET WAS EEN EEN OP EEN GEVECHT!

 

Ze vochten zo lang dat hij nog banger was dat hij de duivel was. Overal bloed. De slagen maakten veel herrie. Er verschenen deuken. De koning dacht: Nou hij is goed met wapens. Er was geen vrede.

Elegast zijn zwaard was in tweeën gescheurd.

Elegast was boos op zichzelf en hij wist niet waarom hij leefde.

De koning wou niet meer vechten omdat die andere jongen niks had om zich mee te verdedigen. Dit is helemaal HOOFS.

Koning Karel vroeg voor de laatste keer: wat is jouw naam? Toen zei hij terug: alleen als jij vertelt waarom jij hier nu bent.

 

E L E G A S T was zijn naam . Tam tam tam taaaaaaaaaaaam.

Hij had zich teruggetrokken in het bos toen koning zijn land had afgepakt.

Elegast is helemaal niet zo’n slechte man maar hij kent wel veel listen.

Hij vroeg zich af hoe Karel heette.

 

Karel ging liegen maar das niet HOOFS. Karel zei dat zijn naar Adelbrecht was en helemaal badass is maar das helemaal niet waar.

 

Karel wil gaan stelen. Elegast wil dat niet al had Karel hem wel bestolen HOOFS.

 

Ze gaan  Eggeric van Eggermonde bestelen.

Koning had een stok opgepakt. Elegast liep voorop.

Elegast wil niet dat koning dood gaat want dan denken mensen dat het zijn schuld was.

 

Koning Karel heel sprookje verzinnen omdat hij geen breekijzer heeft.

 

Koning Karel was niet goed in stelen omdat hij een koning was.

 

Elegast wilde wel buit delen maar hij wilde niet dat koning ging helpen.

 

Elegast ging praten met hanen en honden. En zij vertelden dat de koning super dichtbij was en toen zei hij dat tegen Karel en toen werden ze boos.

Elegast gaf kruid aan koning en toen had koning hem verloren. Maar ik denk dat hij dat per ongeluk deed. Hij zei: u heeft helemaal geen verstand van stelen.

 

Hij had magic powers zodat iedereen in slaap was en niemand oplette en de buit zomaar voor hem lag. Het verhaal is echt gebeurd.

 

Elegast wou nog heel even het zadel stelen van een paard. En toen werd die man boos (van wie ze het zadel gingen stelen) omdat hij het hoorde.

 

De schoonbroer van Karel wou Karel graag doden. Zijn vrouw werd boos en toen sloeg Eggeric haar. En toen was Elegast boos omdat hij het allemaal had gezien.

 

De koning begreep niet waarom Elegast zo verdrietig was.

 

Koning kwam erachter dat god hem had gered omdat hij anders dood was als hij niet uit stelen was gegaan.

 

Elegast vond het niet leuk dat Karel het niet erg vond als de koning dood zal gaan.

 

Karel vind dat hij het niet verdient dat Elegast zo aardig was. En toen zei hij dat Elegast naar de koning moest gaan en dat hij dan heel erg rijk zou worden. En dat wilde Elegast niet want hij was een beetje bang voor hem.

 

De koning vond het niet leuk dat zijn stiefbroer hem graag wou vermoorden. Eggeric en ridders uit de buurt zouden dat doen.

 

De koning had zijn hele kasteel bewapend en toen Eggeric eraan kwam rijden wisten ze dat hij iets slechts van plan was. En toen had hij allemaal dolken aan zijn buik. Eggeric gaf niet toe dat hij de koning wou vermoorden.

 

Een tweekamp gevecht is niet iets dat in een Karelroman veel voorkwam. Vooral grote gevechten.

 

God wordt steeds belangrijker.

 

Eggeric moet aan de galg, zegt Elegast.

De koning antwoorde: wees welkom in mijn kasteel.

 

Hij ving het bloed op van Eggeric ’s vrouw. Elegast zei: ‘Ben ik dan geen hertog, ik heb helemaal niemand vermoord.’

 

En toen ging het er lelijk uitzien voor Eggeric.

 

Er kwam een gevecht tussen Elegast en Eggeric. De koning was natuurlijk voor Elegast. Elegast had Eggeric trouwens uitgenodigd.

Hij deed nog een klein gebedje tot God.

Eggeric bad niet tot God en dat is nooit goed. 

Elegast zei: ik wil u niet op deze manier verslaan. Heel hoofs weer.

Het gevecht duurde toen tot de avond. Het waren twee ware hertogen. Koning van Frankrijk wilde dat het stopte. Elegast sloeg met behulp van god Eggeric ’s hoofd eraf.

Moreel: luister naar God.

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb